Wanneer kinderen niet goed meekomen in de rekenles, hebben we snel de neiging om te denken dat ze het niet aan kunnen. Maar het kan ook heel goed zijn dat een kind juist heel goed mee kan komen met de lesstof, het ook heel goed snapt, maar onzeker is.
Wat doe je met een onzekere rekenaar?
5 Gouden tips voor leerkrachten die hun onzekere rekenaars meer steun willen bieden (en meer zeker willen laten worden).
1 Focus op proces en niet op resultaten
“Nee, dat is fout.” Hoe vaak hoor je het jezelf niet zeggen? Als leerkracht sta je er niet altijd bij stil, want fouten maken mag. Maar voor kinderen is dat niet vanzelfsprekend. Elke keer dat ze een fout maken worden onzekere rekenaars bevestigd in hun gevoel dat ze het niet kunnen. Dat ze falen.
Focus bij deze kinderen daarom niet teveel op resultaten, maar juist op het proces.
Als een kind aangeeft “Ik snap het niet”, kun je als leerkracht doorvragen. “Waar snap je het niet? Hoe ver kom je wel? Waar loop je vast?”
Op die manier geef je al heel subtiel aan dat je niet gelooft dat het kind het niet snapt, maar geef je het kind ook terug dat het al een deel van de som wél snapt!
2 Verklap de antwoorden
Omdat het bij onzekere rekenaars niet zozeer om het antwoord, maar juist om het proces gaat, kun je best de antwoorden geven. Vaak luchten de juiste antwoorden deze kinderen heel erg op! Maar daarna begint het pas. Want wáárom is dat antwoord goed?
Bij rekenen ligt de nadruk de laatste tijd steeds meer op de benadering van een som. Het antwoord is gewoon een toevoeging.
En als je het antwoord al geeft aan een kind en vervolgens vraagt hoe dat antwoord tot stand komt, krijg je als leerkracht een heel duidelijk beeld van het proces waarin het kind zit.
Een leuke alternatieve les is waarbij je de kinderen de sommen én de antwoorden geeft. Laat ze vervolgens aan elkaar en aan jou uitleggen waarom dit de antwoorden zijn!
3 Laat groei zien
Kinderen moeten oefenen om te kunnen automatiseren. Dat doen ze vaak thuis. Op school wordt hier niet heel veel mee gedaan. Althans, niet op een manier die voor kinderen even duidelijk is.
Door juist te laten zien dat kinderen groeien door het oefenen thuis, motiveer en stimuleer je ze nog meer.
Je kan dat doen door op een apart blaadje de doelen te zetten en af te vinken. Of plak stickers per doelstelling van het jaar. Zo is het leren rekenen voor kinderen in kleine brokjes te verkruimelen en kunnen ze heel gericht oefenen en zien dat ze vooruit gaan.
Let er wel op dat je er geen competitie van maakt! Dat maakt onzekere rekenaars nog onzekerder.
4 Ken concreet en abstract
Het is voor heel veel rekenaars moeilijk om het concrete rekenen om te zetten naar het abstracte rekenen. Dus van rekenen mét materiaal naar rekenen zonder materiaal en kale sommen.
Probeer de stappen vorm te geven.
Je hoeft materiaal niet letterlijk af te pakken, maar kunt ook zeggen dat er nog maar 1 som van elk rijtje met materiaal gedaan mag worden. De rest van de sommen moet gedaan worden uit het hoofd (maar kinderen mogen nog wel naar het materiaal kijken). Dat helpt ze om het concrete rekenen in hun hoofd visueel te houden.
Bespreek stap voor stap hoe kinderen overgaan van concreet naar abstract en schroom niet om af en toe een stapje terug te doen.
5 Warm de les altijd op!
Geen tijd mag geen excuus zijn. Een opwarmertje bij de rekenles is duizendmaal efficiënter dan oeverloos doorwerken. Warm een les op en zorg dat elk kind een succeservaring krijgt. Hoe beter kan de rekenles beginnen?
Zelfvertrouwen, stimulatie, motivatie en zin om verder te gaan met leren rekenen. De opwarmer van de les is het moment waarop de basis gelegd wordt. Zeker voor onzekere rekenaars.
Bekijk deze 5 rekenspelletjes om de rekenles op te warmen.