Help je kind écht met rekenen (en niet van de regen in de drup)

Aan veel keukentafels zal het wel eens besproken zijn. “Leren jullie zó delen? Wij deden dat heel anders…” En dan volgt een uitleg van het ‘koopmansrekenen’ van vroeger.

Ouders die hun kind echt willen helpen met het leren rekenen doen er echter beter aan om de manier van school aan te leren, dan hun kinderen hun eigen foefjes te leren.

 

Realistisch rekenen

Tegenwoordig ligt de nadruk van het rekenen op het realistisch rekenen. Voordat kinderen de foefjes (cijferen en staartdelingen bijvoorbeeld) leren, worden ze bewust van wat ze nu eigenlijk aan het uitrekenen zijn. Realistisch rekenen zorgt er dan ook heel sterk voor dat kinderen weten waarom ze moeten rekenen.

 

In de war

Vaak gebeurt het dat ouders (goedbedoeld) de oude foefjes aan hun kinderen leren. Kinderen die dan moeite hebben met rekenen, zullen alleen maar meer in de war raken. Want zo heeft de juf het niet voorgedaan…

Zeker leerlingen die moeilijk mee kunnen komen, zullen hier geen baat bij hebben en alleen maar verder achterraken.

 

Onder elkaar rekenen

Een bekend voorbeeld waarin rekenen van vroeger enorm verschilt van het rekenen van nu is het onder elkaar rekenen met grote getallen.

Kinderen rekenen een som “kolomsgewijs” uit, oftewel van links naar rechts (in plaats van van rechts naar links, met onthouden en lenen van de buren). Pas als dat kolomsgewijs duidelijk is en een kind “begrip van rekenen” heeft, kan er worden overgegaan op cijferen.

Hoe ziet dat “van links naar rechts rekenen” er dan uit? Vrij eenvoudig.

De som 458 + 324 = wordt verdeeld in de honderdtallen, tientallen en eenheden. Deze worden los bij elkaar opgeteld en uiteindelijk helemaal bij elkaar opgeteld.

 

458

324 +

700 (400 + 300)

70 (50 + 20)

12 (8+4)

700 + 70 + 12 maakt 782.

 

In deze som zijn de kinderen zich bewust van de verhouding van getallen. Honderdtallen verhouden zich tot honderdtallen en eenheden tot eenheden (en worden een tiental bij tientaloverschrijding, zoals bij 8 + 4 het geval is).

 

Wil je je kind dus echt helpen? Oefen dan het kolomsgewijs rekenen zelf. Hieronder nog 4 sommen om het onder de knie te krijgen:

 

652 + 27 =

725 + 77 =

821 + 129 =

426 – 314 =