Een tafeldiploma? Doe het niet!

Natuurlijk is het verschrikkelijk lief bedoeld van de juf in groep 5. En het heeft ook wel wat: een vrolijk gekleurd papiertje met de naam en de kinderlijke handtekening van zoon-/ dochterlief. Erboven prijkt de tekst: ‘Hoera, ik heb mijn tafeldiploma behaald’. Sommige leerkrachten zijn nog gedetailleerder en geven stickers voor elke tafel die ‘behaald’ is. Daardoor wordt het nog frivoler. De oplettende lezer heeft het al gezien. Ja, het woord ‘behaald’ staat met opzet tussen haakjes, want in dit artikel wordt vriendelijk uitgelegd waarom geen enkel kind een tafeldiploma zou moeten behalen.

 

De frustraties van de meester in groep 7-8

Leerkrachten in groep 7-8 die elkaar spreken, lijken allemaal tegen dezelfde frustratie op te lopen als het aankomt op rekenonderwijs in groep 7-8. ‘Maar ja, ze snappen die tafels niet!’ klinkt het wanhopig als er wordt geklaagd over de slechte resultaten op Cito-toetsen en methodetoetsen.

Een frustratie die terecht blijkt. Veel kinderen gaan in groep 4 en 5 vol enthousiasme aan de slag met de tafels. Voor hen is van alles voorhanden: sprookjes waarin de tafels voorbij komen, kleurplaten, zelfs een tafelposter in de vorm van een wc-bril voor – inderdaad – op het toilet. Zittend je behoefte doen en nog even die tafels onder ogen krijgen, welke leerling vindt dat niet hilarisch? Alles doen ze om elkaar de loef af te steken en als eerste dat felbegeerde tafeldiploma in ontvangst te nemen.

Maar daarna?

Vreemd genoeg gebeurt er daarna vrijwel niets meer mee. Er is niet zoiets als een onafhankelijk orgaan dat om het jaar controleert of men nog wel recht heeft op dat tafeldiploma. Er zijn geen bijscholingscursussen om de vergaarde kennis op niveau te houden. Er is niks, behalve veel nieuwe lesstof.

Groep 5 loopt ten einde en groep 6 dient zich aan. Het begin met breuken wordt gemaakt en kinderen, die een jaar daarvoor de tafels oefenen, bijten zich nu vast in hele pizza’s en driekwart pannenkoek. Van de tafels ontbreekt intussen ieder spoor.

 

Achteruitgang in de bovenbouw

Na een tijdje gaan de breuken ook over in verhoudingen, leren de kinderen cijferend vermenigvuldigen en delen, rekenen ze met oppervlaktes en inhoudsmaten, komen ze procenten tegen en dat allemaal in vrij korte tijd. Breuken, verhoudingstabellen, rekenen met oppervlaktes en inhoudsmaten, rekenen met procenten. Het zijn allemaal onderdelen waarop veel kinderen in de bovenbouw – die tot aan groep 5 en nog een beetje in groep 6 goed mee konden komen – langzaam beginnen uit te vallen.

De scores gaan achteruit. Op toetsen wordt onvoldoende gescoord. Erger nog: kinderen verliezen het plezier in het rekenonderwijs. Ze lopen steeds weer tegen die rode penstrepen op. Want ze maken fouten.

Natuurlijk zijn er kinderen bij wie het inzicht écht ontbreekt en waarbij het in de loop der jaren echt achteruit is gegaan. Dat is jammer, maar gebruikelijk.

Maar er zijn ook heel veel kinderen bij wie de ‘defecten’ in het rekenen te herleiden zijn naar groep 5. Naar het moment waarop zij hun tafeldiploma in ontvangst mochten nemen en het hele hoofdstukje tafels hebben afgesloten.

 

De tafels doen nog steeds mee

Hoewel kinderen in groep 7-8 echt niet meer te porren zijn met een tafeldiploma en je ze echt geen plezier meer doet met leuke versjes over de tafels, zijn de tafels nog steeds van essentieel belang. Leerkrachten zouden verplicht iedere dag de tafels nog eens moeten doornemen met hun leerlingen, vanaf groep 4 tot en met de laatste dag in groep 8.

Want de tafels zijn de basis voor zoveel andere sommen. Waarom anders moeten kinderen ze aanleren?

Bijvoorbeeld:

  • Staartdelingen zitten vol met tafels. Iedere keer dat er een hap uit de staartdeling genomen moet worden, gaat daar een tafel aan vooraf.
  • Rekenen met verhoudingstabellen is een opeenvolging van vermenigvuldigen en delen. De tafels spelen hierbij een essentiële rol.
  • Wat betreft oppervlaktes berekenen: lengte x breedte… Wat moet hier nog over gezegd worden? Tafels…
  • Hetzelfde geldt voor inhoud: lengte x breedte x hoogte… Opnieuw is tafelkennis vereist.
  • Breuken berekenen doe je ook aan de hand van tafels. Als er 15 pannenkoeken zijn en Chantal krijgt 2/3 deel van die pannenkoeken, dan moet je eerst weten dat 3 x 5 tot 15 leidt (en 1/3 deel dus 5 pannenkoeken zijn) en dan nog 2 x 5 loslaten, om bij Chantals totale aantal pannenkoeken uit te komen.

Kortom, al deze vaardigheden gaan een stuk eenvoudiger als de tafels gewoon geoefend blijven worden.

 

Memoriseren

Waar gaat het fout? Veel leerkrachten in groep 4 en 5 dragen hun kinderen – vaak niet eens bewust – op om de tafels te memoriseren. Het is te vergelijken met het leren van de provincies in Nederland of de rivieren in Oost-Europa voor een topo-toets. Kinderen leren het omdat ze getoetst worden, omdat ze er iets mee kunnen verdienen. Een cijfer of een tafeldiploma. Na de toets verdwijnt de kennis weer, want het wordt niet warm gehouden. Kinderen reizen doorgaans nog niet alleen door Europa (laat staan door Nederland) en hebben eigenlijk geen enkele baat bij die kennis. Niet op dat moment.

Door het wel betekenis te geven, blijft het ze bij. Dat kan met tafels, door ze dagelijks te oefenen. Dat hoeft niet ‘saai’ en autoritair, dat kan ook leuk met spelletjes of met raadsels. Als ze maar geoefend worden.

Misschien is het een idee om gewoon eens een jaar te kijken wat er met de rekenresultaten in een groep gebeurt als de leerkracht iedere dag 2 minuten de tijd neemt om de tafels te blijven oefenen?